Jij of ik?
“Als je dan zo druk bent met werk en ook nog een gezin thuis hebt, ben je continu ballen in de lucht aan het houden. Dus dan ga je maar door en heb je toch gewoon geen tijd voor jezelf.” Aldus de dame tegenover mij.
“Jij of ik?” Vraag ik haar. Een vraag waarvan ik weet dat die haar uitnodigt tot zelfinzicht. Het laat haar opmerken dat ze het heeft over ‘je’, ofwel ‘niemand specifiek’. Dat het in deze zinnen niet gaat over haarzelf. Daarom voelt ze er ook nog niks bij. Haar verhaal heeft nog geen eigenaar. En soms wordt er ook eerst naar de partner, de baas of de kinderen gewezen.
Daar komt de aap uit de mouw. “Ehh..ik” zegt ze. Want eerlijk gezegd ging het wel over haar.
Wil je het nog eens herhalen in de ‘ik‘-vorm, vraag ik. Dat doet ze. “Als ik dan zo druk ben met werk en ik heb ook nog een gezin thuis, ben ik continu ballen in de lucht aan het houden. Dan ga ik maar door en heb ik gewoon geen tijd voor mezelf.”
Dan komt de boodschap ineens binnen..
“En dat breekt mij op.. Ik loop mezelf totaal voorbij..” vult ze aan.
De inhoud heeft een eigenaar gekregen. Dat raakt zichtbaar.
Vanuit jezelf spreken voelt namelijk echt anders. En daar zit gelijk ook de kracht. De kracht van eigenheid, echtheid, verantwoordelijkheid en invloed. Deze worden versterkt door waarachtig spreken. Door ‘ik’ te zeggen, als het over ik gaat. Want daar waar ik de verantwoordelijkheid voor mezelf neem, kan ik ook voor een andere uitkomst zorgen. En sta ik aan het stuur.
“Dus wie kan de eerste stap zetten om dit te veranderen?” Vraag ik haar.
“Ik..”
En natuurlijk herken ik dit gedrag, we’re all human. Ik deed dit ook lange tijd. Het was een manier om bij mezelf weg te blijven. Een ideale dekmantel, om dingen buiten mezelf te plaatsen en geen verantwoordelijkheid te hoeven nemen. Gelukkig heb ik die mantel niet meer en zeg ik zo vaak ik kan ‘ik’, als het over mij gaat.
En nu ben ik nieuwsgierig. Hoe vaak heb jij het over ‘je-jij-we’ terwijl je ‘ik’ had kunnen zeggen?